‘Mentaal welzijn moet meegewogen worden bij maken van pandemiebeleid’

Het RIVM pleit ervoor dat beleidsmakers het welzijn van mensen bij aanvang en tijdens een pandemie meewegen bij het maken van beleidskeuzen. Zo moeten onbedoelde effecten als verslechtering van het mentale welzijn zoveel mogelijk voorkomen worden. Uit 3-jarig onderzoek door het Netwerk Gezondheidsonderzoek bij Rampen (Netwerk GOR) blijkt namelijk dat de verslechterde mentale gezondheid van jongeren tot 2 jaar na de laatste lockdown beperkt is hersteld. Dit meldt het RIVM.

Zelfs twee jaar na de laatste lockdown hebben mensen hulp nodig bij het verbeteren van hun mentale gezondheid. Het RIVM vindt het belangrijk dat deze mensen erkenning krijgen voor de impact van grote beslissingen die zijn gemaakt tijdens de coronapandemie. Maar dit geldt ook voor toekomstige pandemieën of andere gezondheidscrises. Erkenning kan in de vorm van herdenkings- of bezinningsactiviteiten of door actief aan iemand te vragen wat de ervaren impact is. Voor jongeren is laagdrempelig praten over hun ervaringen en klachten, ook op de lange termijn, waardevol.

Eenzaamheid

De coronacrisis heeft volgens onderzoekers van het Netwerk GOR de bestaande problemen in de samenleving blootgelegd. Zo zijn kwetsbare groepen nog kwetsbaarder geworden. Mensen die geldproblemen hadden, hebben hun gezondheid zien verslechteren. Eenzaamheid is nog altijd een grote oorzaak voor mentale klachten bij jongeren en volwassenen. Onderzoekers vinden het daarom belangrijk dat er tijdens en na een crisis aandacht is voor stimulatie van sociale interacties, bijvoorbeeld met buurtfeesten of andere kleinschalige buurtinitiatieven.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky